[:nl]
Bedenker van de OV-fiets heeft een nieuw idee om het gebruik van leenfietsen te stimuleren…
‘Winst maken? Dat zul je nooit.’ Dit kreeg de bedenker van de OV-fiets, Ronald Haverman (42), keer op keer te horen. ‘Maar de pessimisten hebben ongelijk gehad’, reageert hij trots. Donderdag maakte de stichting OV-fiets voor de vierde maal haar jaarcijfers bekend. Ditmaal voor het eerst in de plus met 97.100 euro winst. Vorig jaar waren er 43 duizend abonnees die de blauwe leenfietsen op zo’n 140 stations konden halen. Ze maakten 335 duizend ritten. ‘Wij, de optimisten, hebben altijd tegen de pessimisten gezegd: de OV-fiets kan zichzelf wél bedruipen, als je efficiënt werkt en de overheadkosten laag houdt. Al onze facturen worden bijvoorbeeld via e-mail verzonden.’Sinds januari 2008 is de OV-fiets gewisseld van eigenaar, de NS is nu de beheerder. En hoewel Haverman er niet meer direct bij betrokken is, kan de OV-fietsvader ‘zijn passie voor fietssystemen’ niet los laten. Hij heeft zijn zielsverwant gevonden in Luud Schimmelpennink, oud-provo en bedenker van de witte fietsen in de jaren zestig. ‘Luud liep decennia vooruit met zijn plannen. Destijds lukte het nog niet, omdat er nog geen chip bestond om de fiets en de gebruiker te traceren en iedereen de witte fietsen in de gracht gooide. Maar nu boomt de leenfiets overal vanwege de CO2-discussie.’Jullie hebben samen een nieuw concept ontwikkeld: de forensfiets. Wat is dat?‘Overal waar ze een OV-fiets hebben, loopt men tegen twee problemen aan. Fietsen nemen teveel ruimte in als ze stilstaan. In Amsterdam bijvoorbeeld staan er duizenden fietsen stil bij het station, het duurste stukje van de stad. En elke nacht overnachten er honderden OV-fietsen op het station. Als je wilt dat de OV-fiets verder groeit, betekent dat dus dat je nog meer ruimte nodig zal hebben.‘Het tweede probleem is de herverdeling van de fietsen. Mensen huren hun fiets op de ene plek en willen hem inleveren op een andere. In Parijs fietsen ze bijvoorbeeld met hun ‘Velib’ ’s ochtends van Montmartre naar beneden en rijden ze ’s avonds met de metro de heuvel weer op. De overtollige fietsen onderaan de heuvel moeten elke dag met de auto worden terug gebracht. Dat is duur.‘In Nederland hebben we dit probleem opgelost door 10 euro boete te rekenen als je je fiets elders inlevert, maar dat is natuurlijk niet leuk.‘Kortom, een fiets moet zoveel mogelijk fietsen. Met de forensfiets kan dat. Het idee is dat mensen die in Amsterdam wonen en buiten de stad werken ’s ochtends met de fiets naar het station gaan en hem daar achterlaten. Mensen die met de trein naar de stad komen om te werken, kunnen hem daar oppikken en ‘s avonds weer afleveren. De stadbewoner kan er dan weer mee naar huis fietsen en hem ’s avonds gebruiken.’ En als iemand zijn forensfiets een paar dagen thuishoudt? ‘Dat is de crux. Je mag hem in het weekend thuis houden, maar de bedoeling is dat je zo’n vier keer per week naar het station gaat. We denken erover mensen die de fiets te weinig inleveren een hogere prijs te vragen. De fiets zal zo’n 10 à 25 euro per maand kosten.’ Wanneer wordt dit werkelijkheid?‘We doen dit samen met de NS en Amsterdam. De stad zit vreselijk in zijn maag met al die stilstaande fietsen. In september of oktober beginnen we met zo’n tweehonderd deelnemers en honderd fietsen. Bij succes worden dat in het voorjaar duizend deelnemers.’
[:]