6. Rendabele exploitatie

Exploitatie kostendekkend

“Bij een huurprijs van 3,00 euro, een jaarlijkse bijdrage van 5,00 euro per klant en 300.000 verhuringen per jaar lijkt het mogelijk het concept kostendekkend te exploiteren,” schreef minister Peijs van Verkeer en Waterstaat in 2004 aan de Tweede Kamer. Dat deed de minister na de evaluatie van de OV-fiets door de Adviesdienst Verkeer en Vervoer. De Stichting OV-fiets spant zich in om de exploitatie vanaf 2007 inderdaad kostendekkend te hebben. Tot die tijd staat ProRail garant voor een klein tekort.

Infrastructuur van overheden

Voorwaarde is wel dat Rijk, OV-autoriteiten (de twaalf provincies en zeven stadsregio’s die het openbaar vervoer aansturen), gemeenten of vervoerbedrijven investeren in voldoende infrastructuur: bewaakte stallingen, automatische OV-fietskluizen, OV-fietsboxen en volautomatische compacte stallingen. De exploitatie van de OV-fiets is dus een zaak van de Stichting OV-fiets, de infrastructuur een taak van overheden of vervoerders.

Bijdragen voor projecten

Bij bus, tram en metro betalen overheden elk jaar zestig procent van de exploitatiekosten. Aan de exploitatie van de OV-fiets hoeven OV-autoriteiten en gemeenten niet mee te betalen. Wel doet OV-fiets soms een beroep op overheden voor projecten die de draagkracht van de Stichting nu te boven gaan. Bijvoorbeeld een bijdrage voor OV-fietsen, marketing, reclameborden en scanners.

Verhuringen & geldstromen

De geldstromen bij OV-fiets zijn gekoppeld aan de verhuringen. Van de opbrengst per verhuring gaat ruim twee euro naar de stallinghouder of kluisexploitant. Dat bedrag is voor afhandeling, marge, onderhoud, personeel en ruimtebeheer. Het restant van de huuropbrengst plus het jaarlijkse abonnementsgeld vloeit naar de Stichting OV-fiets. Dat is voor administratie, afschrijving, automatisering, facturering, marketing en personeel.

Pashouder Monique Koenen: “OV-fietsers groeten elkaar soms, zoals motorrijders doen.”

Lees verder: 7. Particuliere pashouders