Mobike

Mobike is het grootste deelfietsen bedrijf ter wereld met 9 miljoen ‘slimme’ deelfietsen die je open appt met je smartphone.
In November 2017 is Mobike in Nederland, in Rotterdam van start gegaan en in Maart 2018 in Delft.

Mobike deelfietsen zijn in meer dan 200 steden te huren. In onderstaand filmpje is goed te zien hoe smart bike sharing bedoeld is: De fiets wisselt steeds van ‘baasje’en wordt in korte tijd voor veel verschillende ritten gebruikt.

We zijn in Rotterdam begonnen met de Mobike Clasic, Een mooie design fiets met oranje sterwielen. Voor de meeste Nedelanders was de fiets aan de kleine kant. In Delft hadden we de primeur met de grotere Mobike Lite 3.0 fiets. Inmiddels zijn de Clasics in Rotterdam ook vervangen door deze grotere Mobike Lite fietsen.

Onderstaand filmpje van Sven Boor laat zien dat de deelfietsen in Delft zeer goed gebruikt worden. Ieder streepje is een trip.

An overview of Mobike bike trips (≥2000) made on 17th of September 2018 in the city of Delft. This movie is part of TU Delft research from Sven Boor.
De ‘dockless’ deelfietsen: een studie naar de impact

De combinatie slimme fietssloten, gps en moderne smartphones heeft een nieuw type bike sharing mogelijk gemaakt, in de literatuur bekend als de vierde-generatiedeelfiets. Een belangrijk voordeel van dit model is dat het dockless is: je reis hoeft niet meer bij een speciale stalling of verhuurder te beginnen of eindigen. In Delft draait al ruim een jaar een pilot met dit model. Hoe bevalt het?

Dockless deelfietsen zijn voorzien van gps en een slim slot. Dat betekent dat je met de smartphone-app van de deelfiets-exploitant kan opzoeken of er bij jou in de buurt een fiets beschikbaar is. Die kan je reserveren en daarna gebruiken: het slot open je met je app, met behulp van een QR-code op het slot. Ben je uitgefietst, dan laat je de fiets achter waar je maar wil, mits die locatie binnen de ‘servicezone’ van de serviceprovider valt. Gebruiksvriendelijkheid troef!

Lees  het hele artikel van Ir. Sven Boor, Ir. Ronald Haverman, Dr. ir. Niels van Oort en Prof.dr.ir. Serge Hoogendoorn